Kijk nou, een lavet!
Als bouwkundige keurders komen we met enige regelmaat in woningen klassieke elementen tegen. Dingen in huis die vijftig of zestig jaar geleden heel gewoon waren, maar inmiddels zijn ingehaald door de tijd. Vandaag was het weer zover: we stonden opeens oog in oog met een lavet.
Wablief? Lavet? Jazeker, in de jaren vijftig van de vorige eeuw werden er veel huizen gebouwd. Er was veel woningnood en overal stampten gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars woningen uit de grond. In deze huizen was het woekeren met de ruimte en daarom kreeg het lavet er een plekje in.
Badderen
Zo’n lavet is een soort mix van wastafel, wasteil en mini-badkuip. Je kon jezelf ermee opfrissen, de handwas doen en de kleintjes badderen. Gezinnen telden gemiddeld meer kinderen dan nu en die gingen er één voor één in, vaak op zaterdagavond. Het lavet was een sprong vooruit in de ontwikkeling van persoonlijke hygiëne. Vóór WOII was een eigen badkamer vrij zeldzaam in (sociale) woningen. Daarna maakten architecten er wel ruimte voor vrij, met een lavet! Er waren ook exemplaren met een motor eronder en schoeprad in de wasbak. Die deden dienst als wasmachine avant la lettre.
Ocriet
Wie bij het woord lavet denkt: dat zal wel slaan op het Franse lavage (‘wassen’), heeft het mis. Het is een combinatie van de namen Laupman, Van der Eerde en Trip, de uitvinders. Het lavet is een Nederlandse vinding en rond 1943 door dit driemanschap bedacht! Ze werden gemaakt van ocriet, een terrazzo-product van Bruynzeel. Ocriet bestaat uit steenkorrels en wit cement en de fabriek stond vlakbij Amersfoort, in Eembrugge. De grondstoffen werden per schip aangevoerd. Een geheel lokaal ontwikkeld, geproduceerd en verkocht product, heel duurzaam!
Hygiëne
Eind jaren zestig raakte het lavet in onmin. Door de welvaart én de nieuwe visie op persoonlijke hygiëne, kreeg de badkamer meer ruimte in huis. Douche, badkuip en wasmachine namen de rol over, het lavet werd overbodig. Tegenwoordig zie je ze eigenlijk nergens meer, tot wij er vandaag weer een tegenkwamen bij een bouwkundige keuring. Het exemplaar was eigenlijk als nieuw, ondanks zijn vermoedelijke leeftijd van minimaal 60 jaar.
Plantenbak
Die leeftijd wekt bij ons diepe bewondering op. Wie De Keurder een beetje kent weet dat we hart hebben voor duurzaamheid en daar hoort ‘lang met spullen doen’ zeker bij. Het is toch prachtig dat de bewoners van het betreffende huis er vele decennia plezier aan hebben beleefd. Wat de nieuwe bewoners er mee doen? We hebben het gevraagd bij de keuring. Ze geven het lavet een ereplekje in de tuin en maken er een plantenbak van. Hergebruik van materialen én een herinnering aan huishoudelijk erfgoed, kijk, daar worden wij nou blij van!